Ontslag.net - Praktische ontslag hulp en informatie bij ontslag  
Naar de startpagina van Ontslag.net Advies vragen over ontslag
  Stap 3 >  Financiële gevolgen
 
Naar de startpagina van Ontslag.net

Reden van ontslag

Ontslag procedure

Financiele gevolgen

Statutair directeur

Ontslag begrippenlijst
   
   
 
Zoekt u direct advies? Neem dan telefonisch contact met ons op op: 0297-310101.
Op werkdagen bereikbaar
van 08.30 tot 17.30 uur

of stuur een e-mail (gratis)

Voor fiscaal advies klik hier:

Gouden Handdruk Specialist
   
  Financiële gevolgen
 

Ontslagvergoeding (gouden handdruk)

Wanneer een werknemer wordt ontslagen wegens omstandigheden, krijgt deze vaak een “gouden handdruk”, zoals de ontslagvergoeding tegenwoordig ook wel wordt genoemd. Het is een financiële compensatie voor toekomstig inkomstenverlies en risico (bijvoorbeeld een proeftijd voor een nieuwe baan). Soms is de hoogte van de ontslagvergoeding afgesproken in een sociaal plan. Maar als de werknemer meent dat deze vergoeding lager is dan wat hij/zij zou krijgen als de kantonrechtersformule zou worden toegepast, kan aan de kantonrechter gevraagd worden een hogere gouden handdruk toe te kennen.

Het is gebruikelijk dat de werkgever de werknemer een ontslagvergoeding (gouden handdruk) aanbiedt, maar het is geen wettelijke regeling waar de werknemer rechten aan kan ontlenen. Deze ontslagvergoeding wordt in het verzoekschrift naar de kantonrechter genoemd. Als richtlijn voor de hoogte van de ontslagvergoeding wordt de zogenaamde kantonrechtersformule toegepast. De kring van kantonrechters heeft deze formule per 1 januari 2009 gewijzigd.

De kantonrechtersformule wordt als volgt berekend:
A  x B x C

A = Aantal (gewogen) dienstjaren

De diensttijd loopt van de datum waarop de werknemer in dient is getreden tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, waarbij de dienstjaren eenmalig op hele jaren mogen worden afgerond.

  • Dienstjaren tot het 35e levensjaar tellen voor 0,5
  • Dienstjaren vanaf het 35e  en tot het 45e levensjaar tellen voor 1,0
  • Dienstjaren vanaf het 45e  en tot het 55e levensjaar tellen voor 1,5
  • Dienstjaren vanaf het 55e levensjaar tellen voor 2,0
Voor de berekening van het aantal gewogen dienstjaren wordt de diensttijd afgerond op hele jaren, waarbij een half jaar naar beneden wordt afgerond, en een half jaar plus een dag, naar boven.
Als het totaal aantal afgeronde jaren vervolgens niet overeenkomt met het afgeronde totaal van jaren, wordt dat gecorrigeerd in het voordeel van de werknemer. Deze afrondingsmethode is soms wat lastig te berekenen.

Een voorbeeld:

Mijnheer Jansen is geboren op 8 juni 1970 en kwam op 16 september 1991 in dienst bij Firma X. Hij verdient  €  3,000, krijgt een 13e maand en heeft een auto van de zaak. Hij gaat per 1 maart 2009 uit dienst.
Het totale dienstverband heeft dan 17 jaar, 5 maanden en 13 dagen geduurd, onder te verdelen als volgt:
Categorie 1: diensttijd tot de 35e verjaardag bedroeg 13 jaar en (ruim) 8 maanden.
Categorie 2: diensttijd tussen de 35e en 45e verjaardag bedroeg 3 jaar en (ruim) 8 maanden
Categorie 3: diensttijd tussen de 45e en 55e verjaardag bedroeg 0 jaar en 0 maanden
Categorie 4: diensttijd vanaf de 55e verjaardag bedroeg 0 jaar en 0 maanden.
 

Volgens de kantonrechtersformule zouden beide periodes moeten worden afgerond naar boven, omdat beide breuken meer bedragen dan 6 maanden. Dat zou betekenen dat in het eerste leeftijdscohort (tot 35 jaar) de diensttijd 14 jaar zou zijn, en in het tweede leeftijdscohort (vanaf 35) 4 jaar zou zijn.

Dat strookt echter niet met de waarheid want dat zou betekenen dat mijnheer Jansen in totaal (14+4) 18 dienstjaren heeft gewerkt, terwijl deze in werkelijkheid 17 jaar bedraagt (afgerond).
Er moet hier dus een bijstelling plaatsvinden want er mag maar een keer worden afgerond.
Deze bijstelling houdt in dat er mag worden afgerond in het hoogste leeftijdscohort, als volgt:

Categorie 1: diensttijd tot de 35e verjaardag: 13 jaar en (ruim) 8 maanden = 13 jaar
Categorie 2: diensttijd na de 35e verjaardag:   3 jaar en (ruim) 8 maanden =    4 jaar
 

Rekening houdend met de wegingsfactoren bedraagt het aantal gewogen dienstjaren voor mijnheer Jansen dus: 
Categorie 1: diensttijd tot de 35e verjaardag: 13 jaar en (ruim) 8 maanden = 13  x 0,5 = 6,5
Categorie 2: diensttijd na de 35e verjaardag:   3 jaar en (ruim) 8 maanden =    4  x 1,0 = 4,0
Totaal aantal gewogen dienstjaren: 6,5 + 4,0 = 10,5.

 

B = Laatstverdiende loon

Hierbij wordt uitgegaan van het laatstverdiende brutosalaris inclusief vakantietoeslag en andere inkomensbestanddelen die structureel worden uitbetaald, zoals een 13e maand, structureel overwerk en winstdeling.
 Emolumenten als een auto van de zaak, bijdragen van de werkgever aan zorgverzekering en pensioenregelingen, telefoonvergoedingen, reiskosten en onkostenvergoedingen tellen hierbij niet mee.

In het voorbeeld van  mijnheer Jansen ziet de berekening van het laatstverdiende loon er als volgt uit:

Bruto salaris per maand:€  3,000
Bruto salaris per jaar:12 x  € 3,000 =€ 36,000
Bij: 8% vakantiegeld8% van € 36,000 =€   2,880
Bij: vaste 13e maand1 x € 3,000 =€  3,000
Totale compensatie per jaar€  41,880
Gemiddelde bruto compensatie per maand:€ 41,800 ./. 12 =€  3,490

C = Correctiefactor

De kantonrechter kan met de factor C de hoogte van de ontslagvergoeding aanpassen naar een hoogte die hij in de betreffende situatie gepast vindt. De correctiefactor drukt uit in welke mate de werknemer of de werkgever schuldig is aan het ontslag. Bovendien weegt de kantonrechter tegenwoordig  in deze correctiefactor vaak de kansen op de arbeidsmarkt voor de werknemer mee.
Als uitgangspunt geldt een factor C = 1, ook wel de ‘neutrale’ kantonrechtersformule genoemd.
De correctiefactor ligt gemiddeld tussen 0,8 (in geval het ontslag in zekere mate aan de werknemer verweten kan worden) en 1,5 (in geval het ontslag in hoge mate aan de werkgever verweten kan worden).

Voorbeeld 1:
Stel dat mijnheer Jansen herhaaldelijk te laat op zijn werk is verschenen ondanks waarschuwingen van zijn werkgever, maar wel altijd een goede prestatie heeft geleverd, dan zou het kunnen dat de kantonrechter de factor C vaststelt op 0,8.

De berekening van de ontslagvergoeding is dan als volgt:

A = Totaal aantal gewogen dienstjaren:10,5
B = Gemiddelde bruto compensatie per maand:€  3,490
C = Correctiefactor0,8
A x B x C = 10,5 x €  3,490 x 0,8 = €  29,316


Voorbeeld 2:
Stel dat de werkgever een nieuwe leidinggevende aanstelt. Deze besluit al na een maand of twee dat hij ontevreden is over het functioneren van mijnheer Jansen en vindt dat meneer Jansen niet meer in het team past. Mijnheer Jansen heeft vlak voor de komst van de nieuwe leidinggevende nog een uitstekende beoordeling en salarisverhoging gekregen. Er is dan door de werkgever geen dossier van het vermeende disfunctioneren van mijnheer Jansen aangelegd, noch is er een verbetertraject ingezet. In dit geval  zou het goed mogelijk zijn dat de kantonrechter de factor C vaststelt op 1,25.

De berekening van de ontslagvergoeding is dan als volgt:

A = Totaal aantal gewogen dienstjaren:10,5
B = Gemiddelde bruto compensatie per maand:€  3,490
C = Correctiefactor:1,25
A x B x C = 10,5 x €  3,490 x 1,25 = €  45,806.25

Let op: de kantonrechtersformule is  geen wettelijke regeling waar u rechten aan kunt ontlenen, maar slechts een richtlijn, die door de kantonrechters in Nederland is opgesteld als kader voor de bepaling van de hoogte van ontslagvergoedingen in die gevallen, die aan de kantonrechter worden voorgelegd.
 


« Terug naar 'Financiële gevolgen'
» Direct advies vragen

 
     
Surplus, ontslaghulp voor managers en directeuren
over Ontslag.net    
tell a friend | disclaimer | privacy | © , Surplus / Ontslag.net