Begrippenlijst
De wet maakt in veel gevallen onderscheid naar leeftijd, zoals bijvoorbeeld de minimumleeftijden om bepaalde arbeid te mogen verrichten in de Arbeidstijdenwet. Het maken van onderscheid naar leeftijd door werkgevers kan onrechtmatig zijn, als daarvoor geen goede reden bestaat. Sinds 2004 is er een wet van kracht die een verbod van leeftijdsdiscriminatie voorschrijft, tenzij de werkgever daarvoor een zeer goede reden heeft, die hij ook aannemelijk moet kunnen maken. In de praktijk betekent deze wet dat de werkgever een direct of indirect onderscheid mag maken naar leeftijd bij o.a. werving, selectie en aanstelling van personeel, arbeidsbemiddeling, arbeidsvoorwaarden, bevordering en ontslag. Van objectieve rechtvaardiging is sprake wanneer het onderscheid een ‘legitiem doel’ nastreeft en de gehanteerde middelen om het doel te bereiken passend en noodzakelijk zijn.
Onderwijsvoorziening voor jongeren, waarbij naast het verrichten van arbeid ook onderwijs wordt genoten. De leerlingen zijn partieel leerplichtig en zijn zowel leerling als werknemer.
Het loon is de tegenprestatie voor het verrichten van de arbeid. Fooi, bijvoorbeeld, hoort niet tot het loon. Het Burgerlijk Wetboek (BW) bevalt tal van voorschriften over de vorm van het loon, de wijze waarop het moet worden uitbetaald en de gevolgen van niet |(tijdig) uitbetalen van het loon.
Deze wordt ingesteld als er geen loon is betaald, terwijl de werknemer van mening is dat dat wel had moeten gebeuren. Bijvoorbeeld als hij van mening is dat hij te weinig loon heeft ontvangen, of dat bijvoorbeeld vakantiegeld niet is uitbetaald. Ook komt het voor dat de werkgever de werknemer op staande voet heeft ontslagen, terwijl de werknemer van mening is dat daarvoor geen goede (dringende) reden is. De werknemer doet dan een beroep op de nietigheid van het ontslag en vordert loon, omdat hij van mening is dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd.
Een werknemer kan twee tot zes maanden vrij nemen voor zorg- of educatieverlof en gedurende die periode een uitkering van de overheid ontvangen volgens de Wet Financiering Loopbaanonderbreking (Wet Finlo). Deze wet beoogt werknemers te stimuleren verlof op te nemen èn tegelijkertijd werklozen, herintreders en arbeidsgehandicapten te (re)integreren in de arbeidsmarkt.
De Wet Finlo regelt alleen de voorwaarden waaronder ingeval van verlof voor studie of zorg een financiële bijdrage aan de verlofganger kan worden verleend; de wet creëert geen nieuwe of ruimere soorten verlof.
Eén van de voorwaarden voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming is dat de loopbaanonderbreker wordt vervangen door iemand die een uitkering heeft, een herintreder of arbeidsgehandicapte is.
Opeenvolging van functies die een werknemer tijdens zijn werkende leven vervult. CAO’s bevatten vaak bepalingen over loopbaanontwikkeling, bijvoorbeeld het recht op promotie na een bepaalde dienstijd.
« Terug naar startpagina Ontslag.net
» Direct advies vragen